Joost naar de vaatchirurg

Afgelopen maandag was Joost aanwezig op een bijeenkomst in het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem bij van de afdeling vaatchirurgie. In opdracht van ChronischZorgNet had hij samen met Lucia Nijenhuis deze regionale bijeenkomst georganiseerd met als thema “Wat de vaatchirurg kan doen bij etalagebenen”.

Etalagebenen

Mensen met etalagebenen moeten daardoor het lopen steeds even onderbreken, om de pijn af te laten zakken. Alsof je tijdens het winkelen voortdurend van etalage naar etalage loopt. De oorzaak van etalagebenen is een vernauwing in een slagader in het been. Dat vermindert de doorbloeding en daarmee de zuurstofvoorziening van de benen. Met te weinig zuurstof verloopt het verbrandingsproces van de spierbeweging niet optimaal. Dat geeft melkzuur. Dit hoopt zich op in de spieren en dat veroorzaakt de pijn.

Dotteren kan dit verhelpen. Echter, onderzoek heeft uitgewezen dat looptraining vaak net zo goed helpt. En op de lange termijn zelfs beter is. Vaatchirurg Gert-Jan Lauret heeft hier onderzoek naar gedaan. Hij is een van deze vaatchirurgen in het Slingeland Ziekenhuis. Maandag was hij op de bijeenkomst aanwezig om te vertellen welke mogelijkheden de vaatchirurg heeft.

Dotteren

Bij dotteren wordt een ballonnetje in de slagader gebracht, dat wordt opgeblazen, en dat zo de vernauwing opheft. Dit verhelpt de klachten vrijwel meteen. Uit het onderzoek van Gert-Jan Lauret is echter gebleken dat looptraining voor de meeste patiënten net zo effectief is. En op de lange termijn zelfs beter.

Gaat door looptraining de vernauwing in de slagader weg? “Nee, dat is niet het geval. Maar de pijnklachten verdwijnen wel. Hoe dat komt, weten we niet precies. We vermoeden dat door de training de spieren beter zuurstof opnemen. Daardoor gaat de verbranding beter en ontstaat er minder snel melkzuur.”

Door de pijn heen

Het effect van dotteren bij etalagebenen is er vrijwel meteen. Bij looptraining duurt dat langer. Bovendien moeten patiënten de eerste periode ‘door de pijn heen’ lopen, wat uiteraard niet prettig is. Maar looptraining heeft toch de voorkeur.

Waarom? “Om meerdere redenen”, antwoordt Gert-Jan Lauret. “Dotteren is een medische, invasieve ingreep (lichaam patiënt wordt binnengegaan). Iedere medische ingreep kent risico’s, zoals het ontstaan van een bloeding. Daarom doe je een ingreep alleen als het nodig is.

Looptraining heeft die risico’s niet. Daar komt bij: veel patiënten met etalagebenen hebben een ongezonde leefstijl. Veranderen ze die leefstijl niet, dan moet je steeds opnieuw dotteren. En dat kun je niet eindeloos blijven doen.”

Blijvend effect

Uit het onderzoek van Gert-Jan Lauret is gebleken dat looptraining, in tegenstelling tot dotteren, een blijvend effect heeft. “Nog beter is het om die looptraining te combineren met een verbetering van de leefstijl. Dus niet alleen meer bewegen, maar bijvoorbeeld ook stoppen met roken en afvallen naar een gezond gewicht. Die aanpak heeft het meeste effect, zeker op de lange termijn.”

Bij een deel van de patiënten blijkt looptraining onvoldoende te helpen. “In zo’n geval kun je altijd nog samen met de patiënt besluiten om te dotteren of te opereren”, aldus Gert-Jan Lauret. “Ook daar hebben we uiteraard alle mogelijkheden voor in het Slingeland Ziekenhuis.

Looptraining

In onze praktijk wordt deze looptraining gegeven door Joost. Samen met jou stelt hij een persoonlijk en gestructureerd trainingsprogramma op. Dit is gericht is op een vergroting van de maximale loopafstand, het verbeteren van het uithoudingsvermogen, looppatroon verbetering en het overwinnen van mogelijke angst voor inspanning. Op deze wijze komen we samen tot het best haalbare resultaat.